Door

Soorten hypotheken

1172084_28011738Per 1 januari 2013 zijn de regels voor aftrek van de hypotheekrente voor het eigen huis sterk gewijzigd. Vanwege deze veranderingen ben je verplicht om een hypotheek die je na 1 januari 2013 hebt afgesloten minimaal annuïtair (zie hieronder bij annuïteitenhypotheek) af te lossen. Hierdoor kun je bij een nieuwe hypotheek alleen kiezen tussen een annuïteitenhypotheek en een lineaire hypotheek (of een combinatie van deze twee hypotheekvormen). Als je een ander soort hypotheek neemt, dan kan je de hypotheekrente niet aftrekken.

Er geldt een overgangsrecht voor hypotheken die zijn afgesloten voor 1 januari 2013. Voor deze hypotheken geldt behoud van de hypotheekrenteaftrek. Dit is ook het geval als je de hypotheek oversluit of als je verhuist. In het laatste geval is er een uitzondering voor een aflossingsvrije hypotheek. Die mag dan maximaal 50% zijn van de waarde van de nieuwe woning. Heb je voor het nieuwe huis meer geld nodig dan de oude hypotheek dan heb je voor deze extra hypotheeklening wel met de nieuwe regels te maken.

Annuïteitenhypotheek
Bij een annuïteitenhypotheek is er sprake van een constant bruto maandbedrag dat bestaat uit een aflossings- en een rentegedeelte. In het begin is het aandeel van de rente groot. Dit aandeel wordt tijdens de looptijd van de hypotheek steeds kleiner als door de periodieke aflossingen de hypotheekschuld afneemt. Het belastingvoordeel door renteaftrek neemt dan ook af. Tegelijkertijd neemt het aflossingsaandeel in het vaste maandbedrag toe. Hierdoor stijgen je netto hypotheeklasten.

Voordelen:

  • overzichtelijke hypotheek
  • lage nettobeginlasten
  • vast brutobedrag per maand
  • zeker afgelost aan het einde van de looptijd.

Nadelen:

  • relatief geringe aflossing in de eerste jaren
  • hoge totale rentelasten
  • stijgende nettohypotheeklasten
  • afnemend belastingvoordeel.

Lineaire hypotheek
De lineaire hypotheek is de eenvoudigste hypotheekvorm. Iedere maand los je een gelijk bedrag af en betaal je rente over de restschuld van dat moment. De hypotheekschuld neemt steeds iets af, waardoor de rentebetaling iedere maand afneemt. Dit betekent in het begin relatief hoge maandlasten en een langzaam afnemend belastingvoordeel doordat je steeds minder rente kunt aftrekken.

Voordelen:

  • overzichtelijke hypotheek
  • je hypotheekschuld neemt iedere maand met een gelijk bedrag af
  • steeds lagere maandlasten (rentebetaling neemt maandelijks af)
  • relatief lage totale rentelasten over de gehele looptijd van de hypotheek
  • aan het eind van de looptijd is de hypotheek zeker afgelost.

Nadelen:

  • hoge maandlasten in het begin
  • relatief weinig renteaftrek door steeds afnemende hypotheekschuld.

Aflossingsvrije hypotheek
Kenmerkend voor een aflossingsvrije hypotheek zijn de lage maandlasten. Je betaalt maandelijks namelijk alleen hypotheekrente. De hoogte van de aflossingsvrije hypotheek is een percentage van de executiewaarde van het huis. Vanaf 1 augustus 2011 mag de aflossingsvrije hypotheek maximaal 50% van de marktwaarde van de woning zijn. Je kunt voor deze hypotheekvorm geen hypotheekrente meer aftrekken als je de hypotheek na 1 januari 2013 hebt afgesloten.

Spaarhypotheek
Deze hypotheek bestaat uit een combinatie van een maandelijks rentebetaling en een premiebetaling voor een levensverzekering. Het maandbedrag dat je betaalt, is altijd gelijk. De premie voor de levensverzekering bestaat uit een spaargedeelte en een risicogedeelte. De rente van het spaargedeelte is gekoppeld aan de hypotheekrente. Het bedrag dat je met het sparen opbouwt, is precies gelijk aan het uiteindelijk af te lossen bedrag. Door het risicogedeelte ben je er zeker van dat de hypotheek bij overlijden gedeeltelijk of geheel wordt afgelost. Sinds 1 januari 2013 kun je geen spaarhypotheek meer afsluiten.

Bankspaarhypotheek
Een bankspaarhypotheek houdt in dat je belastingvrij spaart of belegt voor de aflossing van de hypotheek. Daarbij spaar je op een bankspaarrekening: de Spaarrekening Eigen Woning (SEW).
Per 1 januari 2013 is het niet meer mogelijk om een bankspaarhypotheek af te sluiten.

Levenhypotheek
Bij een levenhypotheek betaal je maandelijks rente over het hypotheekbedrag en premie om mee te sparen en voor een levensverzekering. Na een vooraf vastgestelde periode keert de levensverzekering een bedrag uit waarmee je de hypotheek geheel of gedeeltelijk aflost. De levensverzekering keert het verzekerde bedrag ook uit bij voortijdig overlijden. Vanaf 2013 is het niet meer aantrekkelijk om een nieuwe levenhypotheek af te sluiten omdat er geen hypotheekrenteaftrek meer voor geldt.

Beleggingshypotheek
Voor deze hypotheek betaal je maandelijks hypotheekrente en een inleg waarmee de verzekeraar belegt. Je bepaalt zelf het risico van het beleggen binnen de mogelijkheden die de verzekeraar je biedt. Het beleggingsrisico zorgt ervoor dat het eindbedrag zowel boven als onder de hypotheekschuld kan uitkomen. Voor beleggingshypotheken die afgesloten zijn vanaf 1 januari 2013 geldt geen hypotheekrenteaftrek meer.

Hybride hypotheek
Een hybride hypotheek of ook wel spaarbeleggingshypotheek is een combinatie van een spaar- en een beleggingshypotheek. Hiermee combineer je de zekerheid van sparen met de kans op een hoog rendement via beleggen. Je kunt de verhouding tussen het sparen en het beleggen tijdens de looptijd van de hypotheek bijstellen. Behalve een premie voor het sparen en het beleggen betaal je ook een premie voor een overlijdensrisicoverzekering. Sinds 1 januari 2013 is het niet meer mogelijk om een hybride hypotheek af te sluiten, vanwege de afschaffing van de renteaftrek voor deze hypotheekvorm.

Krediethypotheek
Bij een krediethypotheek gaat het om een doorlopend krediet met je woning als onderpand. Er geldt een kredietlimiet waarbinnen je geld kunt opnemen of aflossen. De hoogte van deze limiet hangt af van je inkomen en de waarde van je huis. Je betaalt rente over het opgenomen krediet. Ook het afsluiten van krediethypotheken is vanaf 1 januari 2013 niet meer aantrekkelijk vanwege de verdwijnen van de hypotheekrenteaftrek voor deze hypotheekvorm.