Kwart werknemers heeft te weinig fut
Een kwart van de werkenden in Nederland heeft niet genoeg energie om elke dag te werken. Opvallend is dat niet per definitie oudere maar juist jongere collega’s moeite hebben om elke dag fit naar hun werk te gaan. De helft (49 procent) van de vermoeide werkers is jonger dan 35, een derde zelfs onder de 30.
Dat veel werknemers onvoldoende fut hebben voor hun werk is een opmerkelijke uitkomst van het vijftigste onderzoek in het kader van de Randstad WerkMonitor. Het onderzoek, gehouden onder 810 werkenden, richtte zich met name op het thema gezondheid en werk. Daarnaast noteerden de onderzoekers van Blauw Research positief nieuws over de economie: bijna de helft van de werknemers (45 procent) is optimistisch en verwacht in het komende kwartaal een verbetering te zien, 49 procent ziet ook de rest van 2014 zonnig in.
Positief effect sporten
De meeste werkenden (55 procent) in ons land zijn ervan overtuigd dat regelmatig sporten positief uitwerkt op de prestaties op de werkvloer. Vooral hoger opgeleiden en jongeren vinden dit. Hoewel 88 procent van de werkenden vindt dat gezond en fit blijven je eigen verantwoordelijkheid is, blijken relatief veel werkgevers graag het beslissende zetje te geven. Een derde van de werknemers (35 procent) krijgt van de werkgever (korting op) sportfaciliteiten aangeboden en één op de vijf werknemers (19 procent) mag zelfs onder werktijd sporten. Volgens drie op de tien werknemers stimuleert de werkgever de werknemer ook om mentaal fit te blijven door bijvoorbeeld een coach aan te bieden. Jongeren en mannen lijken vaker de kans te krijgen begeleid te worden door een coach.
Gezonde balans
Overigens is volgens het leeuwendeel van de werkenden één ding nog belangrijker voor een goede gezondheid dan sport. Voor 92 procent komt een goede balans tussen werk en privé op de eerste plaats. Algemeen directeur Chris Heutink van Randstad Nederland vindt dat de onderzoeksuitkomsten duidelijk maken dat investeren in gezond leven en in een goed evenwicht tussen werk en privé uiteindelijk voordelen heeft voor zowel werkgevers als werknemers. “Daarbij gaat het om zowel fysieke als mentale fitheid. Mensen die goed in hun vel zitten en ook af en toe met een job coach open kunnen spreken over hun toekomst, werken prettiger en beter en zijn bovendien minder geneigd een switch te maken. Werkgevers die op dit punt bewust beleid voeren, plukken daar op den duur de vruchten van.”
Te weinig ruimte voor mantelzorg
Zo eensluidend als de mening van werkgevers en werknemers in het algemeen is over het belang van gezond leven en werken, zo verschillend wordt er gedacht over mantelzorg, de zorg voor naasten met gezondheidsproblemen. Veel werknemers (32 procent, bijna een derde) zeggen dat hun werkgever ze niet toestaat vrij te nemen om voor een ziek familielid te zorgen. Voor vier van de tien (39 procent) van de werknemers kan dit een breekpunt worden. Zij kondigen aan hun baan op te zeggen als de werkgever deze ruimte niet biedt.
Het onderzoek maakt duidelijk dat veel werkgevers (77 procent) hun medewerkers vrij geven bij ‘persoonlijke omstandigheden’. Tegelijk ervaren veel werkenden dat hun baas minder gul met tijd is als het gaat om mantelzorg. Vooral werkenden die geen vrij krijgen, voorzien dat deze houding er op den duur toe leidt dat zij ander werk gaan zoeken.
Meer vertrouwen
Het Randstad WerkMonitor onderzoek toont verder aan dat optimisme over de ontwikkeling van de economie (45 procent is positief over het komende kwartaal) zich vertaalt in een gegroeid vertrouwen in het vinden van een nieuwe baan; 55 procent gelooft dat dat lukt, tegen 49 procent op het dieptepunt van 2013. De Randstad Mobiliteitsindex, een indicatie voor de wens en het vermogen om in Nederland van baan te wisselen, is voor het tweede achtereenvolgende kwartaal gestegen en staat op 93, gelijk aan het niveau van begin 2013.
De wens om van baan te veranderen, is gegroeid van 12 naar 15 procent (onder jongeren nog hoger: 21 procent) ten opzichte van vorig kwartaal. Het aantal werknemers dat zich actief oriënteert blijft echter even laag. Werkenden achten de kans op ontslag nog altijd relatief groot. Net als voorheen acht circa één op de tien werknemers (9 procent) de kans groot te worden ontslagen in de komende zes maanden.
Bron: Randstad