Door

Nieuwe rekenregels pensioenfondsen naar Raad van State

FTKHet kabinet heeft een wetsvoorstel voor verbetering van het financieel toetsingskader voor de pensioenen naar de Raad van State gestuurd voor advies. Het financieel toetsingskader geeft de rekenregels aan die pensioenfondsen moeten toepassen om bijvoorbeeld de dekkingsgraad te berekenen.

Volgens het kabinet zijn de verbeteringen noodzakelijk, omdat de economische crisis de zwaktes van de huidige rekenregels in beeld heeft gebracht en het vertrouwen van mensen in de pensioenen heeft verkleind.

Gelijkmatiger
De aanpassingen van het financieel toetsingskader (FTK) richten zich erop het pensioen minder gevoelig te maken voor grote schokken op de financiële markten. Dit moet gebeuren door financiële mee- en tegenvallers gelijkmatiger over de tijd te spreiden. Ook moet het verbeterde FTK ervoor zorgen dat risico’s en rendementen eerlijk over de generaties worden verdeeld.

Beleggingsbeleid
Verder moet het nieuwe FTK de mogelijkheden verbeteren voor pensioenfondsen voor een beleggingsbeleid dat zich richt op een geïndexeerd pensioen. Daarnaast wordt het mogelijk een stabiele premie af te spreken, zoals de sociale partners dat in het Pensioenakkoord hebben afgesproken.

Bescherming
Het wetsvoorstel voor het nieuwe FTK is afkomstig van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De aanpassing van het FTK heeft vooral als insteek een betere bescherming van het opgebouwde pensioenvermogen voor de korte en middellange termijn. Parallel aan de aanpassing start het kabinet een brede dialoog over de verdere toekomst van onze oudedagsvoorziening. Deze zal gaan over de bescherming van het pensioenstelsel in brede zin op de lange termijn.

Overzicht aanpassingen FTK
De aanpassingen van het financieel toetsingskader komen op het volgende neer:

  • Bij tegenvallers door bijvoorbeeld financiële schokken op de beurs of een verdere stijging van de levensverwachting moeten pensioenfondsen direct maatregelen nemen. Ze mogen niet meer wachten met korten tot het eind van een herstelperiode. Daarbij kunnen maatregelen wel over tien jaar worden gespreid. Zo worden financiële tegenvallers beter verdeeld over de tijd en wordt voorkomen dat de aanvullende pensioenen abrupt worden gekort.
  • Pensioenfondsen moeten vooraf expliciet duidelijk maken welke maatregelen ze nemen als de dekkingsgraad te veel daalt.
  • Er komen duidelijke verdeelregels voor de indexatie van pensioenen. Door deze regels moet de indexatie op een evenwichtige wijze over de generaties wordt verdeeld. Pensioenfondsen kunnen hierdoor financiële meevallers niet vroegtijdig uitdelen.
  • Er komt een stabiele, kostendekkende premie. Het blijft mogelijk om de premie te dempen (af te vlakken) op basis van een gemiddelde rente over tien jaar of verwacht rendement. Voor het uitgaan van verwacht rendement gelden voorwaarden zoals het door pensioenfondsen meenemen van de indexatie in de premie. Het behouden van de dempingsmogelijkheid maakt een stabiele premie mogelijk. Dit is volgens het kabinet belangrijk voor de loonkosten en voor de koopkracht.
  • De afhankelijkheid van de koers van de dag op financiële markten neemt af. De sturing door de overheid van de pensioenfondsen moet beter gaan aansluiten bij de lange termijn waarop de fondsen zich richten. In de nieuwe toezichtregels wordt bijvoorbeeld uitgegaan van een gemiddelde dekkingsgraad over twaalf maanden. Op dit moment is dat nog de dekkingsgraad aan het einde van het jaar.