Hoe bereken je je transitievergoeding?
Met de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is de berekening van de transitievergoeding veranderd. Vanaf de eerste werkdag heb je als werknemer recht op een transitievergoeding als je werkgever je ontslaat. De hoogte van je vergoeding hangt af van je maandsalaris en je aantal dienstjaren.
Natuurlijk zit je niet op ontslag te wachten, maar gebeurt het toch dan heb recht op een transitievergoeding. Daarvoor moet het ontslag wel op initiatief van de werkgever plaatsvinden. Bij een beëindiging van je arbeidscontract met wederzijds goedvinden kan je geen aanspraak maken op de transitievergoeding. Het niet verlengen van een tijdelijk contract of ontslag tijdens een proeftijd geven je wel recht op de vergoeding.
Hoogte transitievergoeding
De transitievergoeding is een derde bruto-maandsalaris per jaar dat je bij de werkgever hebt gewerkt. Dit staat los van je leeftijd of totale arbeidsduur bij de werkgever. Heb je minder dan een jaar bij de werkgever gewerkt dan telt die periode verhoudingsgewijs mee. Ook maanden die je meer dan een vol jaar of volle jaren hebt gewerkt voor je baas worden naar verhouding meegerekend. Had je meerdere tijdelijke arbeidscontracten bij je werkgever dan tellen die allemaal mee, behalve als er een periode van meer dan zes maanden tussen heeft gezeten. De tussenperioden zelf gelden niet voor de berekening van de vergoeding.
Maximumvergoeding
Het maximum voor de transitievergoeding is 83.000 euro bruto (2020). Als het brutojaarsalaris hoger is, dan is dat het maximum. Deze situatie komt voor een gewoon salaris nauwelijks of niet voor vanwege de lengte van de periode (kan zomaar 75 jaar zijn) die nodig is om dit bedrag op te bouwen.
Rekenvoorbeelden transitievergoeding
Rekenvoorbeeld 1
Een werknemer heeft 5 jaar en 4 maanden voor een werkgever gewerkt en haar brutomaandsalaris is 3300 euro. De werkgever ontslaat haar vanwege bedrijfseconomische redenen. Haar bruto-transitievergoeding is dan € 5867. Dat is € 5500 (5 jaar x € 1100 (1/3 van € 3300)) + € 367 (4/12 x € 1100).
Rekenvoorbeeld 2
De werkgever geeft een werknemer na twee tijdelijke contracten van een jaar geen nieuw contract. Tussen de twee tijdelijke contracten zat een pauze van vier maanden. Zijn bruto-maandsalaris was 2700 euro. De bruto-transitievergoeding is dan € 1800 (dat is € 900 (€ 2700/3) * 2).