Financiële informatie kent vijftig tinten groen bij duurzaamheid
Enkele weken na de invoering van de Europese duurzame informatieverordening Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) is er veel werk aan de winkel voor financiële ondernemingen. Ze schieten nog te kort bij de informatievoorziening over de duurzaamheid van hun producten. Zo laat onderzoek zien van adviesbureau Charco & Dique onder 90 financiële ondernemingen.
Op 10 maart 2021 traden de meeste bepalingen van de SFDR in werking. Deze Europese verordening komt met aanzienlijke verplichtingen voor financiële ondernemingen. De meeste daarvan slaan op de informatievoorziening op de website. Financiële marktdeelnemers en financieel adviseurs moeten daarop onder andere uitleggen hoe zij omgaan met duurzaamheidsrisico’s en of zij rekening houden met ongunstige duurzaamheidseffecten. Daarnaast moeten zij, als zij zogeheten ‘groene’ producten of diensten aanbieden, aanvullende duurzaamheidsinformatie over deze producten en diensten geven.
Pensioenfondsen en beleggingsinstellingen
Om uit te zoeken in hoeverre ondernemingen in deze opdracht geslaagd zijn, voerde Charco & Dique een steekproef uit onder 90 (willekeurig geselecteerde) financiële ondernemingen: 30 pensioenfondsen, 30 beleggingsondernemingen en 30 beheerders van beleggingsinstellingen. De onderzoekers bezochten de websites van deze ondernemingen en zochten uit of de gevraagde SFDR-informatie beschikbaar was.
Grote verschillen
Charco & Dique zag grote verschillen tussen de verschillende ondernemingen. Waar sommige partijen nog helemaal geen SFDR-publicaties op hun website hadden opgenomen, hadden andere partijen uitgebreide verklaringen gepubliceerd, die soms meerdere pagina’s besloegen. Verder wisselde de juistheid, volledigheid, duidelijkheid en vindbaarheid van de informatie sterk.
Duurzaamheid financiële informatie
De belangrijkste cijfers uit het onderzoek zijn:
- Bijna de helft (44,4%) van de onderzochte websites kende geen statement over de integratie van duurzaamheidsrisico’s. Wanneer er wel een tekst over duurzaamheidsrisico’s was gepubliceerd, voldeed deze lang niet altijd aan de eisen van de SFDR.
- Daarnaast ontbrak de verklaring over ongunstige duurzaamheidseffecten (PAI’s) bij 37,8% van de ondernemingen. Oftewel, 37,8% van de ondernemingen liet niet weten of zij rekening houden met PAI’s bij het beleggen. Bij de overige partijen was wel een heldere verklaring te vinden. Van hen meldde 25,6% PAI’s mee te wegen; 36,7% gaf aan dit niet te doen.
- De meeste partijen stonden niet te springen om hun producten als lichtgroen of donkergroen aan te merken. Maar 24,1% van de onderzochte ondernemingen gaf op de eigen website aan een lichtgroen product aan te bieden. Donkergroene producten waren nog minder populair: slechts 10,8% van de onderzochte ondernemingen meldde op de website een donkergroen product in huis te hebben.
Kopje ‘SFDR’
De vindbaarheid van de SFDR-gerelateerde informatie verschilde sterk. Op sommige websites was volgens Charco & Dique direct te zien waar je moest zijn. Bij andere aanbieders moesten de websitebezoekers toch echt te veel klikken om aan de SFDR-informatie te komen. Ook is opvallend dat veel ondernemingen (vooral beheerders van beleggingsinstellingen) de informatie hebben geplaatst onder een kopje ‘SFDR’. Dat lijkt op heet eerste gezicht logisch, maar het is sterk de vraag of de gemiddelde websitebezoeker begrijpt dat een SFDR-knop hem of haar naar informatie over duurzaamheid brengt.
Publiceren van informatie
Verder hadden sommige financiële ondernemingen de duurzame informatie afgeschermd. Die zat dan achter een wall, en kon dus alleen worden bekeken na inloggen. Enerzijds is het volgens Charco & Dique de vraag of je in dit geval wel kunt spreken van het ‘publiceren’ van informatie. Anderzijds is het volgens het adviesbureau ook begrijpelijk dat partijen de privacy van klanten willen en moeten respecteren, waardoor zij openbaarmaking van bepaalde informatie wellicht niet mogelijk hebben gevonden.
Verwarring over financiële begrippen
De begrippen in de SFDR blijken al lange tijd voor verwarring te zorgen. Een ‘duurzaamheidsrisico’ in de SFDR is iets anders dan een ‘duurzaamheidsrisico’ in een discussiestuk van de Europese Bankautoriteit (EBA) of in Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (IMVB-)convenanten. Een ‘financieel product’ volgens de SFDR is ook niet hetzelfde als een ‘financieel product’ zoals omschreven in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Ook een term als ‘ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren’ laat ruimte over voor eigen interpretaties.
Onduidelijke publicaties
Deze onduidelijkheden hebben volgens Charco & Dique gezorgd voor een aantal foutieve, of in ieder geval incoherente, publicaties. Veel partijen maken bijvoorbeeld geen helder onderscheid tussen duurzaamheidsrisico’s en ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren. Als het onderscheid wel wordt gemaakt, worden de twee regelmatig door elkaar gehaald.
Vijftig tinten groen
Tot slot zagen de onderzoekers grote verschillen tussen ondernemingen wanneer het ging om de kwalificatie van hun producten (pensioenregelingen, beleggingsinstellingen en individuele portefeuilles). Op grond van de SFDR is een product ‘lichtgroen’ of ‘donkergroen’, maar in de praktijk lijkt er toch echt sprake van minstens ‘vijftig tinten groen’.
Duurzaamheidsscores
Er zijn partijen die hun beleggingsfilosofie volledig hebben gebaseerd op duurzaamheidsfactoren en/of maximale duurzaamheidsscores krijgen van bekende dataproviders. Toch noemen ze hun producten ‘lichtgroen’. Daartegenover zijn er ondernemingen die minder strenge duurzaamheidscriteria hanteren, maar hun producten toch ‘lichtgroen’ noemen. Hierbij toetsen ze beleggingen bijvoorbeeld aan de Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) en nemen ze de tabaksindustrie niet mee. Verder ziet Charco & Dique een aantal instellingen die hun producten ‘grijs’ noemen, terwijl ze volgens hun websites toch behoorlijk wat doen op het gebied van duurzaamheid. Deze partijen hebben bijvoorbeeld een uitgebreid ESG-beleid.
Geen goede maatstaf
Charco & Dique concludeert dat sommige grijze producten in feite wellicht duurzamer zijn dan sommige lichtgroene producten. Daarnaast zijn sommige lichtgroene financiële producten misschien weer duurzamer dan enkele donkergroene producten. De productkwalificaties zijn op dit moment dus (nog) geen goede maatstaf voor de duurzaamheid van een financieel product. Ze zouden dus ook niet als zodanig door beleggers moeten worden geïnterpreteerd.
Bron: Charco & Dique