Wat verandert er in 2020 op het gebied van werk en geld?
De rijksoverheid heeft behoorlijk wat veranderingen voor 2020 op de agenda staan. Hieronder vind je een overzicht van de al bekende veranderingen wat werk en geld betreft.
Minimumloon stijgt
Per 1 januari 2020 gaat het minimumloon omhoog. Hier kunt je de minimumloonbedragen per maand, week en dag bekijken.
Gewijzigde uitkeringsbedragen
Per 1 januari 2020 past de overheid de hoogte van een aantal uitkeringen aan. Het gaat om de bijstand, de IOAW en IOAZ, de AOW en de Anw.
De hoogte van de WW-, WIA-, WAO- en de ZW-uitkering hangt onder meer af van het laatstverdiende loon en het maximumdagloon. Per 1 januari 2020 stijgt het bruto-maximumdagloon van 216,90 naar 219,28 euro.
Verandering inkomstenbelasting
Vanaf 2020 geldt er één belastingtarief (37,35%) voor alle inkomens tot 68.507 euro. En één belastingtarief voor alle inkomens boven dat bedrag (49,5%). Door de invoering van dit tweeschijvenstelsel wordt het minder belangrijk of een huishouden met één persoon of twee personen het inkomen verdient.
Gelijke arbeidsvoorwaarden voor payrollers
Vanaf 1 januari 2020 kunnen payrollers aanspraak maken op dezelfde arbeidsvoorwaarden en rechtspositie als werknemers in vaste dienst. Het gaat dan bijvoorbeeld om een eventuele dertiende maand, vakantiedagen, verlofregelingen etc.
Tijdig inschakelen oproepkrachten
Vanaf 2020 moeten werkgevers oproepkrachten minstens vier dagen van te voren oproepen voor werk. Zegt de werkgever een oproep binnen vier dagen af, dan heeft de oproepwerknemer recht op loon over de uren waarop hij was opgeroepen. Na twaalf maanden moeten werkgevers aan oproepkrachten een vaste arbeidsduur aanbieden. Het gaat dan om een vast aantal uren werk per week of per maand of een jaarurennorm.
Transitievergoeding
De maximale transitievergoeding bij ontslag in 2020 is 83.000 euro. Of, als het brutojaarsalaris hoger is dan 83.000 euro, maximaal een brutojaarsalaris. Per 1 januari heeft de werknemer vanaf de eerste werkdag recht op een transitievergoeding.
Cumulatiegrond voor ontslag
Per 1 januari komt de cumulatiegrond erbij als ontslaggrond. Dat betekent dat er meerdere redenen zijn voor ontslag. Elke reden op zichzelf levert daarbij onvoldoende grond voor het ontslag. De redenen samen bieden echter wel voldoende grond voor ontslag. De kantonrechter kan bij deze ontslagvorm ook een extra vergoeding toekennen.
Drie tijdelijke contracten
Vanaf 2020 kunnen werkgever en werknemer drie tijdelijke contracten in maximaal drie jaar aangaan. Het volgende contract is dan automatisch een vast contract.
Rechtspositie ambtenaren
Vanaf 1 januari 2020 verandert de rechtspositie van ambtenaren. Ze krijgen dan zoveel mogelijk gelijke rechten als werknemers in het bedrijfsleven. Dit staat in de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Medewerkers van politie, defensie en de rechterlijke macht vormen een uitzondering. Verder wordt de rechtspositie van medewerkers in het openbaar onderwijs gelijkgetrokken met die van werknemers in het bijzonder onderwijs.
Geen stijging AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd stijgt niet per 1 januari 2020. Dat betekent dat de AOW-leeftijd 66 jaar en vier maanden blijft.
Vernieuwde kleineondernemersregeling (KOR)
Kleine ondernemers met een jaarlijkse omzet van maximaal 20.000 euro kunnen vanaf 2020 een vrijstelling krijgen van omzetbelasting. Dit is onderdeel van de vernieuwde kleineondernemersregeling.
Nieuw btw-identificatienummer eenmanszaken
Vanaf 1 januari 2020 moeten eenmanszaken op facturen en hun website een nieuw btw-identificatienummer (btw-id) vermelden. Ze hebben dit nieuwe nummer in 2019 van de Belastingdienst ontvangen.
Verruiming werkkostenregeling
De rijksoverheid verruimt de werkkostenregeling voor onbelaste vergoedingen per 1 januari 2020. Werkgevers kunnen dan tot 2000 euro meer aan onbelaste vergoedingen aan werknemers geven. De verruiming geldt voor de eerste 400.000 euro van de loonsom.
Daling laag tarief vennootschapsbelasting
In tegenstelling tot eerdere plannen verlaagt de overheid in 2020 het hoge tarief van de vennootschapsbelasting niet. Dat blijft 25%. Het tarief voor het deel van de winst tot en met 200.000 euro daalt. Dit lage tarief van de vennootschapsbelasting gaat naar 16,5% in 2020 (dat was 19,0% in 2019).
Bron: rijksoverheid (diverse pagina’s)