Door

Prinsjesdag 2020: wat gebeurt er op het gebied van Geld?

In het Belastingplan 2021 komt het kabinet op Prinsjesdag 2020 met extra maatregelen om economische groei en het verdienen van genoeg geld tijdens de coronacrisis te stimuleren. Tegelijk wil het kabinet ook perspectief bieden voor de tijd daarna. Hieronder lees je om welke maatregelen het gaat.

Prinsjesdag 2020 maatregelen Geld

Omscholing

Mensen die tijdens de coronacrisis hun werk verliezen, moeten zich volgens het kabinet zo makkelijk mogelijk kunnen omscholen. Werkgevers betalen daarom voortaan geen loonheffing meer voor scholingskosten gemaakt na het beëindigen van het dienstverband.

Vennootschapsbelasting

Een eerder aangekondigde verlaging van het hoge tarief van de vennootschapsbelasting gaat niet door. Daardoor blijft dit tarief 25 procent. Dit moet bijdragen aan het versterken van de economie. De verlaging van het lage Vpb-tarief (vennootschapsbelasting voor de lagere winsten) van 16,5 procent naar 15 procent gaat wel door. Bovendien geldt vanaf 2021 dit lage tarief voor winsten tot 245.000 in plaats van tot 200.000 euro. In 2022 gaat deze grens verder omhoog naar 395.000 euro.

Baangerelateerde investeringskorting (BIK)

Verder stimuleert het kabinet bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting vanaf 2021, de baangerelateerde investeringskorting (BIK). Bedrijven die een investering doen, zoals een nieuwe machine, krijgen een korting die ze kunnen verrekenen via de loonheffing. Details van deze regeling komen er nog aan.

Geen overdrachtsbelasting meer voor starters woningmarkt

Het kabinet zorgt verder dat starters meer toegang tot de woningmarkt krijgen. Vanaf 2021 betalen huizenkopers van 18 tot 35 jaar geen overdrachtsbelasting meer. Het tarief voor huizenbeleggers gaat juist omhoog van 6 procent naar 8 procent.

Minder snel vermogensbelasting box 3

In het kader van lastenverlichting betalen spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot  50.000 euro (of 100.000 euro met fiscaal partner) vanaf 2021 geen belasting meer over dat vermogen. Het tarief van de vermogensbelasting stijgt wel iets van 30 naar 31 procent. Het aantal kleine spaarders en beleggers dat box 3-vermogensbelasting betaalt, neemt hierdoor met bijna 1 miljoen mensen af. Het betekent dat iedereen met spaargeld of belegd vermogen tot 220.000 euro (of 440.000 euro met fiscaal partner) daarover minder belasting betaalt.

Meer arbeidskorting en minder inkomstenbelasting

De voor 2022 geplande verhoging van de arbeidskorting haalt het kabinet een jaar naar voren. Dit moet werken volgend jaar meer lonend maken. Dit is voordelig voor werknemers en zelfstandigen. De verhoging komt bovenop een al eerder geplande verhoging voor 2021. Het kabinet verhoogt ook de algemene heffingskorting extra met 22 euro. Dat is bovenop de als geplande 60 euro. Daarnaast daalt in 2021 het basistarief in de inkomstenbelasting van 37,35 naar 37,10 procent. Dit tarief verlaagt het kabinet tussen 2022 en 2024 verder, tot uiteindelijk 37,03 procent. Tot slot gaat ook de ouderenkorting omhoog.

Verlaging zelfstandigenaftrek

Het kabinet gaat de zelfstandigenaftrek verder verlagen. Volgens het kabinet wordt dit gecompenseerd door de snellere verhoging van de arbeidskorting en de wijziging van de inkomstenbelasting. De versnelde en sterkere afbouw van de zelfstandigenaftrek vindt plaats bovenop vorig jaar al ingezette stappen. Vanaf 2021 gaat de aftrek jaarlijks omlaag, om in 2036 uit te komen op 3240 euro. Oorspronkelijk eindigde de verlaging bij 5000 euro in 2028. Het kabinet wil hiermee de verschillen in belastingdruk tussen werknemers en zelfstandigen verminderen.

Eerlijkere belasting voor multinationals

Multinationals zullen volgens het kabinet eerlijker worden belast, met oog voor het vestigingsklimaat. Momenteel zijn er bedrijven die in Nederland winst maken en hier toch geen belasting betalen dankzij verrekening van verliezen of van bepaalde aftrekposten. Het kabinet vindt het juist in economisch zware tijden belangrijk dat sommige bedrijven niet meer mogelijkheden hebben om hun belastingdruk te verlagen dan andere. Hiervoor komt het met twee maatregelen:

  • Het verrekenen van verliezen bij bedrijven wordt per 2021 beperkt. Dit levert de belastingen structureel 555 miljoen euro op.
  • Het kabinet pakt zogenaamde informeel kapitaalstructuren per 2022 aan. Dit levert de schatkist structureel 173 miljoen euro op. Het gaat om structuren waarmee bedrijven binnen een concern belasting kunnen ontwijken door gebruik te maken van verschillen tussen belastingstelsels.

Fiscaal voordeel voor vreemd vermogen

Daarnaast meldt het kabinet dat onderzoek doet naar het fiscaal gelijker behandelen van vreemd en eigen vermogen. Momenteel financieren bedrijven veel met leningen, waardoor ze kwetsbaar zijn. Daarom gaat het kabinet lenen van vreemd vermogen nu fiscaal bevoordelen. Het kijkt of dit met een vermogensaftrek effectief kan worden aangepakt en neemt daarbij het aanscherpen van een algemene renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) mee.

Liquidatie- en stakingsverliesregeling

Naast het Belastingplan 2021 heeft het kabinet op Prinsjesdag ook een wetsvoorstel liquidatie- en stakingsverliesregeling naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit beëindigt per 2021 het onbeperkt aftrekken van bepaalde verliezen in Nederland bij het stoppen met bedrijfsactiviteiten in het buitenland.

CO2-heffing industriële bedrijven

In het Klimaatakkoord staat de afspraak dat industriële bedrijven worden gestimuleerd om te investeren om minder CO2 uit te stoten. Bedrijven die toch te veel CO2 uitstoten, betalen een CO2-heffing. Deze zit zo in elkaar dat het doel van minder CO2-uitstoot in 2030 behaald wordt, terwijl tegelijkertijd de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en Nederland als vestigingsland blijft bestaan. Hoe efficiënter een bedrijf produceert, hoe minder heffing het moet betalen. Alleen de bedrijven die de afgesproken CO2-vermindering niet realiseren, maken kans op een heffing in 2030 van 125 euro per ton teveel uitgestoten CO2. In de CO2-heffing houdt het kabinet rekening met de gevolgen van de coronacrisis voor de industrie. De verwachting is dat de industrie als geheel in 2024 voor het eerst voor de uitstoot gaat betalen, behalve als ze voldoende reductiemaatregelen neemt.

Milieuvriendelijkere belastingen auto’s en schepen

Daarnaast worden de autobelastingen aangepast aan de scherpere milieueisen. De stroom bij oplaadpunten voor elektrische auto’s blijft relatief goedkoop tot en met 2022. Voor schepen wordt het aantrekkelijker om gebruik te maken van milieuvriendelijkere walstroom (in plaats van eigen generatoren) door een lager tarief voor walstroom.

Beter toeslagenstelsel

Tot slot werkt het kabinet aan een beter toeslagenstelsel. Voorstellen daarvoor in het Belastingplan 2021 regelen dat de positie van mensen met een toeslag ten opzichte van de Belastingdienst/Toeslagen verbetert. Ook moet de Belastingdienst/Toeslagen voortaan beter maatwerk gaan bieden aan mensen die teveel ontvangen toeslagen moeten terugbetalen. Bovendien houdt de Belastingdienst meer rekening met de persoonlijke situatie. Zo kunnen mensen meer kinderopvangtoeslag krijgen als hun echtgenoot in een verpleeghuis is opgenomen. Volgens het kabinet zijn dit eerste stappen op weg naar verbetering.

Bron: Rijksoverheid.nl